Toe, liefste, verlaat me niet!

Was het voor het laatst
dat ik je stem heb gehoord,
zonder dat ik het wist?

Zonder dat ik nu nog weet
wanneer het was,
zelfs niet meer waar.

Was het echt de laatste keer,
zal ik je nooit meer horen,
echt nooit meer?

Ik kan het niet geloven,
wil het niet geloven.
Ik geloof het niet.

Laat het niet waar zijn,
mijn liefste, met
je ravenzwarte kleed.

Zeg me dat het niet waar is, dat
het een vergissing is, dat je heus
nog wel van je laat horen.

Dat je me opnieuw vanaf een top
zal toezingen, op een lentedag
of een zwoele zomeravond.

Nee, ik wil niet geloven dat je
nooit meer uitbundig je
melancholisch lied zult zingen.

Een wereld zonder jou, mijn
liefste, met je oranjegeel omrande
ogen, is onbestaanbaar.

Toe, verlaat me niet,
wees sterk,
en zing voor me.

Copyright Degenaar, M. (2017)